Bosrijk Eindhoven
Where the Wild Roses Grow
In het parkachtige Bosrijk wil de gemeente Eindhoven ensembles van gebouwen maken die lezen als ‘sculpturen in een beeldentuin’. In cluster 18 kiezen wij voor één krachtig gebaar, in de vorm van een langgerekte sculptuur die grofweg de randen van het bestemmingsvlak volgt en daardoor ruimte geeft aan een nieuwe binnentuin. We creëren zo een onderscheidende woonomgeving: een park in een park.
Met haar lange, scherpe lijnen reageert de sculptuur op de imposante laanbeplanting rondom het plan. Met een eenlaagse bouwhoogte, natuurlijk materiaalgebruik en een open karakter oogt de sculptuur niet als een bastion, maar juist uitnodigend en waarlijk als een kunstwerk in een beeldentuin. Door de beperkte bouwhoogte ervaar je overal in het gebied de volwassen laanbomen die Bosrijk kenmerken. Op de hoekpunten van de sculptuur geven doorgangen een verleidelijke blik op een bloemrijke binnentuin. Bewoners parkeren hun vervoersmiddelen in een centrale half verdiepte garage onder de woningen aan de Bosuil. De binnentuin wordt voetgangersgebied, de auto en de fiets zijn er incidenteel te gast. De ruimte die zo ontstaat, verrijkt Bosrijk en haar bewoners met een unieke publieke ruimte met uitzonderlijke verblijfskwaliteit.
De architectonische kwaliteit
Aan de buitenzijde van de sculptuur vormt de architectuur een contrast met het groen van Bosrijk. Ze zweeft enigszins boven het maaiveld. Ze is abstract, met gevels die geheel zijn uitgevoerd in CorTen-staal. Het ontbreken van beglaasde ramen in de gevellijn verhoogt de abstractie. De natuurlijke oranjebruine kleur vormt in elk seizoen een nieuwe kleurcombinatie met de zilveresdoorns die het plan begeleiden.
Aan de binnenzijde zoekt de architectuur juist aansluiting bij het vriendelijke karakter van de binnentuin en zijn de huizen individueel herkenbaar. Hier wordt het maaiveld ter plaatse van de gevels opgehoogd, zodat de huizen grenzen aan een glooiend landschap. In de dakrand loopt het CorTenstaal door, de gevels krijgen een houten bekleding. Zo zijn de binnen- en buitenzijde van de sculptuur wel duidelijk familie van elkaar.
De vorm van de sculptuur is zorgvuldig bepaald. Haakse hoeken zijn vermeden, ook ter plaatse van de doorgangen naar de binnentuin. De hoekverdraaiing in de gevel aan de Bosuil markeert de hoofdentree tot het bouwwerk en zorgt ervoor dat het perspectief van passanten op de bebouwing voortdurend wijzigt.
Het ontwerp van de woningen is afgestemd op de tweezijdige oriëntatie. De woonzone loopt van gevel tot gevel en biedt aan beide gevels over de gehele breedte uitzicht op de groene omgeving. De ‘slaapzone’ is compact en biedt privacy. De entree tot de woningen ligt aan de binnentuin.
Aan de buitenzijde van de sculptuur krijgt elke woning een beschutte privé- veranda. Aan de andere zijde grenst de woning aan een speciale ‘klapstoelzone’: een beschutte zitplek in de openbare binnentuin, voor niet-permanent gebruik.
De woningen op de hoeken worden de pareltjes in het plan: we betrekken kopers al tijdens het ontwikkeltraject bij de planvorming om de indeling samen met hen te bepalen.
Landschap en openbare ruimte.
Het groen in de wijk Bosrijk heeft het formele karakter van een klassiek landgoed. Rondom cluster 18 staan twee zeer markante bomenrijen, die nieuwe aanplant aan de buitenzijde van de sculptuur grotendeels onnodig maakt. We beperken ons tot de aanplant van enkele kleine boomgroepen.
Voor de binnentuin – ruim een halve hectare groot – hebben we grote plannen. De tuin geven we vorm in het gedachtegoed van ‘Dutch wave’, een stroming in de tuinarchitectuur die natuurlijke plantengemeenschappen, kunst en tijd als inspiratiebronnen heeft.
‘Biodiversiteit’ en ‘interactie’ zijn de leidende thema’s. Een verblijf is er in alle seizoenen plezierig. Voor mensen uiteraard, maar ook voor de fauna die er verblijft, met in het bijzonder de bijen. De bloesem van de volwassen esdoorns trekt ze in de vroege lengte al naar het plangebied. De binnentuin biedt ze vervolgens in elk seizoen een ideale habitat. Vanaf de Bosuil loopt door de binnentuin een breed voetpad. De auto en de fietser mogen er ook gebruik van maken, bijvoorbeeld om boodschappen thuis te brengen. Verder komen er door de binnentuin verschillende looppaden die de woningen ontsluiten en het cluster verbinden met haar omgeving. We wijzen voor kinderen niet één plek aan om te spelen, maar dagen ze in de hele binnentuin uit om de natuur te verkennen.
‘Where the wild roses grow’ staat voor een verleidelijk concept dat breekt met de Nederlandse gewoonte om wonen en natuur te scheiden. Hier gaan wonen en natuur elkaar verrijken en samen zorgen voor een heerlijke leefomgeving. Bewoners ervaren in ons plan de natuur in hun huiskamer én zodra ze een voet buiten zetten. Ze zien een publieke ruimte die ten dienste staat van biodiversiteit, maar die ook bijdraagt aan hun dagelijkse welzijn. De natuur geeft ze rust en zet ze aan tot ontmoeting en activiteiten. De auto speelt daarin een ondergeschikte rol: ze is nog wel in de buurt, maar niet meer in beeld. En eigenlijk ook gewoon overbodig.
Ons plan kan een inspiratie vormen voor toekomstig beheer van het openbaar gebied in Eindhoven en in andere gemeenten: een voorbeeld dat bijdraagt aan een andere opvatting over de inrichting van wijkgroen. Wat we nu nog als onkruid beschouwen, daar trekken we straks misschien wel thee van.